Tocht Bernisse,
‘Adri en Jacqueline, I presume?’ We zijn net begonnen de boten af te laden wanneer twee bekende gezichten aankomen bij de kanosteiger in Heenvliet. Zij hebben hier vlakbij gekampeerd, heel slim, ze hoefden daarom niet voor dag en dauw uit de veren.
De laatste buien zijn al weggetrokken voordat we uit Leiderdorp vertrokken en een strakblauwe hemel met de zon pal in het gezicht lacht ons toe wanneer we het kanaal tussen het Brielse meer en de Oude Maas opdraaien. We delen de Voornse Sluis met een sleepboot die in gebruik is als plezierjacht waarop de discussie ontstaat of we hem al dan niet moeten laten voorgaan: is het beroepsvaart of niet? ‘Irrelevant,’ volgens Mathijs, ‘hij is korter dan 20 meter dus hij heeft geen voorrang op kano’s.’
We verlaten de sluis op een niveau van ruim een meter hoger en komen terecht op de Oude Maas die hier heel breed is. Vrachtschepen varen af en aan, waaronder een zeeschip onderweg naar Dordrecht. We hebben een lichte stroom mee, hopelijk houden we die de komende twee uur. Tegenover de jachthaven van Rhoon slaan we rechtsaf, herstel gaan we stuurboord uit naar het Spui, de getijdenrivier die de Oude Maas met het Haringvliet verbindt. Helaas, de stroming is te verwaarlozen, dat betekent dat de kentering er aan zit te komen en dat we tegenstroom kunnen verwachten. Kort pauzeren is daarom de boodschap.
We pauzeren op een strandje bij Oud Beijerland, natte voeten dus behalve voor Adri die vanuit de achterste kuip in de tweepersoons boot naar voren loopt en op het droge kan uitstappen. De rivier buigt om drinkwaterbedrijf Beerenplaat heen en meteen daarna voelen we de tegenstroom. We volgen het voorstel van Roy om aan bakboordwal te varen, zo zitten we uit de wind en uit de hoofdstroom. Bij de veerpont van Nieuw Beijerland kiezen we weer voor de eigen wal. We komen nauwelijks nog vooruit tegen wind en stroom, Gaston en Jan Cees zijn al uit het zicht verdwenen. Aanleiding voor Gerard om de vaarleider te verwijten (met een knipoog) dat hij volgende keer zijn rekenwerk beter moet doen. Mijn weerwoord, dat je bij tegenstroom langer van dezelfde omgeving kan genieten, vindt geen gehoor. En bij het noemen van het alternatief, om 5 uur op de club verzamelen, blijft het opvallend stil. Door stug vol te houden bereiken we uiteindelijk gemaal Bernisse. Daar gaan de boten op wieltjes en houden we een langere pauze.
Het water is kraakhelder, we hebben zicht op scholen kleine visjes en een oerwoud van waterplanten onder de boot. Op sommige plekken komen de planten tot het oppervlak. Adri neemt de Waterplanten-app erbij op zoek naar de soortnamen, om er achter te komen dat de app bedoeld is om de overlast door waterplanten voor motorboten door te geven aan de waterbeheerder. Hoezo overlast? Wij glijden er met gemak overheen en voor motorboten is het hier verboden. Het is een prachtig natuurgebied, rijk aan planten en dieren en dat op een steenworp afstand van ’s lands grootste industrie- en havengebied.
Met dank aan Leen en Femke voor het voorvaren!
Jaap
(foto’s van Roy en Jaap)
Van harte gefeliciteerd Gaston en Pam
met het behalen van het KVA examen!
Het Leidsch Dagblad maakt in de zomer elke week een reportage over een bijzondere sport. In de week van 18 augustus was het de beurt aan Kano Rijnland. Journalist Aniek Wiggers trainde mee en leerde wat kanopolo inhoudt.
Kanopolo: krachtpatsers die niet bang zijn
Botsen, vangen, gooien, sprinten en vallen
Een combinatie van rugby en waterpolo, maar dan in een kano? Dat moesten we maar eens proberen.
Bor en Mick in een duel (foto: Rob van Dullemen)
LEIDERDORP Los van een paar keer kajakken op vakantie in Frankrijk, heb ik niks met peddelen. Althans, dat dacht ik. Toch beviel de training kanopolo mij zeer.
Mick, ervaren kanopoloër en voor de gelegenheid mijn trainer, vangt mij om stipt zeven uur op. In het clubhuis van Kano Rijnland drinken we koffie en legt hij het spel in grote lijnen uit. Zo leer ik dat kanopolo een combinatie is van rugby en waterpolo, maar dan in een kano. Een wedstrijd speel je met vijf tegen vijf en duurt twee keer tien minuten.,,De sport is intensief, dus die tijd is ruim voldoende."
Proppen
Na de koffie kleed ik me om. Waar mijn mede- kanopoloërs in heuse kanopolo-uitrusting ten tonele verschijnen, inclusief eigen boot en peddels, kom ik in een sportbroekje en shirt aan. Wel heb ik keurig mijn waterschoentjes aan. De rest leen ik van de club.
Dat is overigens makkelijker gezegd dan gedaan. Met mijn lengte van één meter negentig blijkt het een opgave om een passende boot te vinden. In de eerste drie boten zijn de voetsteunen niet lang genoeg en pas ik niet, zelfs met goed proppen.
Ook boot vier en vijf zijn niet gebouwd voor mijn figuur, maar nummer zes past. Ten minste, als ik een van mijn benen langs de voetensteun wurm. Stabiel ligt het niet, maar wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd. Nadat ik ook de peddel, helm en zwemvest heb gekregen, is het tijd om het water op te gaan.
Wiebelig overgooien
Mick houdt mijn kano vast terwijl ik onhandig mijn benen in de kuip zet. Balancerend op de smalle boot zorg ik dat mijn benen op de juiste positie komen zodat ik kan gaan zitten. De trainer geeft me mijn peddel aan en ik krijg de opdracht om wat meters te varen.
Ik begin wiebelig, maar al snel lukt het aardig. Ik peddel voor Mick uit terwijl hij me tips geeft. Na een paar minuten heb ik het goed genoeg onder de knie om de bal over te gooien. Met mijn achtergrond als hockeykeeper heb ik prima hand-oogcoördinatie en gaat het overgooien goed.
Tevreden maar voorzichtig bekijk ik mijn vooruitgang. Kletsend met Mick gooien we gemoedelijk over en met het warme weer is het opspattende water geen straf. Zodra de bal mijn kant op komt, vang ik de bal met mijn peddel. Die leg ik haaks op mijn boot, zodat ik die na het gooien weer snel kan grijpen om verder te varen. Wat onwennig breng ik mijn boot weer in de juiste positie om de bal te ontvangen.
Nummertje gooien
Al snel word ik in het diepe gegooid: meedoen met de mannen. Mick haalt drie spelers naar onze kant en legt de oefening uit. We gaan 'nummertje gooien'. Op ieders zwemvest staat een nummer en op volgorde van laag naar hoog gooi je de bal naar degene met een hoger nummer, terwijl de rest de bal probeert te onderscheppen en daarbij aanrakingen niet schuwt. Voor de goede orde: dit alles in een smal bootje.
Met mijn nummer negentien zit ik precies in het midden van de vijf nummers. We peddelen, verdedigen en gooien wat af. De een behendiger dan de ander. Toch heeft Mick genoeg vertrouwen in mijn kunnen om de volgende oefening uit te zetten.
We vormen een kruis, met twee spelers aan weerszijden van het goal - een soort
handbaldoel, maar dan kleiner en op palen - en de middelste speler ervoor. Een van de spelers naast het doel gooit de bal naar de sprintende middelste speler, die de bal dient te scoren. Ik verklap het vast: lijkt simpel, is moeilijk.
Brute spierkracht
De bal vangen lukt me redelijk, maar de brute spierkracht ontbreekt om de bal het hoge doel in te krijgen. Keer op keer raak ik of de onderkant of gooi ik in het luchtledige. Vol verwondering kijk ik naar de jongens die met het grootste gemak de bal keihard in het net gooien.
Na de oefeningen is het tijd voor het echte werk en gaan we een partijtje spelen. We worden verdeeld in teams van zes dan wel zeven en ik vertrek met team geel naar de overkant. Na een snel overleg en het kiezen van de aanvoerder stellen we ons op (ik sta wissel) en begint het spel.
Een wedstrijd begint met de sprint, waar van elk team een speler zo snel mogelijk naar het midden vaart en daar de bal probeert te veroveren. Halverwege de eerste helft kom ik in het spel. Lichtelijk verloren probeer ik de mannen bij te houden en meermaals ben ik nog onderweg naar het laatste duel als de bal zich weer op een andere plek bevindt.
De beginsprint van de tweede helft mag ik doen. In mijn poging de boot recht te leggen smokkel ik half per ongeluk al een paar meter. Ik sprint zo snel ik kan (in mijn hoofd was ik sneller) naar het midden en krijg de bal mijn kant op gegooid. Alle techniek die ik zojuist aangeleerd heb gekregen verdwijnt als sneeuw voor de zon en onhandig grijp ik naast de bal.
Tijdens de wedstrijd weet ik, tot mijn voldoening, de bal te vangen én die keurig naar mijn teamgenoot te gooien zonder in het water te vallen. Daarna vind ik het weer welletjes en vertrek ik zo snel als mijn peddelkunst het toelaat naar de achterlijn om te wisselen, waar ik veilig ben. Daar klets ik wat met Quinten, die nu acht jaar aan kanopolo doet.,,Ik begon tijdens de middelbare school en vond het zo leuk dat ik het ben blijven doen. Het was wel even wennen om de controle over de boot te houden."
Biertje
Na afloop complimenteren de jongens mij met het feit dat ik niet het water in ben gevallen ('dat was bij mijn eerste keer wel anders') en trots steek ik dat compliment in mijn zak. Inmiddels koud geworden kleed ik me snel om en drinken we nog een biertje met elkaar in het clubhuis.
De mannen vertellen me het een en ander over de sport. Zo leer ik dat slechts 640 Nederlanders aan kanopolo doen. Kano Rijnland kent ongeveer dertig actieve leden, variërend in niveau en leeftijd. Qua jeugd- en vrouwenteams kan de vereniging nog wel een oppepper gebruiken, voegt Mick toe.
Ik heb genoten van de spoedcursus kanopolo en sluit een vervolg in de sport zeker niet uit. Zoals Mick zegt:,,Kanopolo is een sociale sport. Je zit in een bootje en hebt het gezellig met elkaar."
Vorig jaar zijn we de IJssel afgevaren tot aan Kampen. De bedoeling was om op het Ketelmeer onze laatste overnachting te hebben, maar vanwege voorspeld onweer ging dat niet door. Dus dit jaar is het Ketelmeer een mooi startpunt voor onze kanovakantie.
De route wordt grofweg uitgezet en campings besproken. Want het is augustus dus vakantietijd.
We starten in Schokkerhaven, waar we via een strandje het water op kunnen. Een man met een zeilboot wuift ons uit. Het is rustig op het water.
Een binnenvaartschip vaart voor ons langs en draait vervolgens naar links om op het Ramsdiep te gaan varen. Wij varen richting het IJsseloog, een opslagplaats voor verontreinigd slip. Maar daar is niets van te zien. Het eiland wordt omringd door weelderig groen. Eén van ons meent de zeearend te zien vliegen. We varen Oostwaarts naar een ander eiland waar we voornemens zijn te overnachten. Het is even zoeken, waar we kunnen aanlanden. Na het opzetten van de tentjes gaan we zwemmen in het ondiepe water. De stilte wordt slechts onderbroken door meerkoeten, eenden en het geluid van de luchtverplaatsing door 10, 20 of meer paar vleugels bij het opstijgen van zwanen. Heel hoog boven ons vliegt een enkel vliegtuig geruisloos over.
De volgende ochtend vervolgen we onze weg naar Kampereiland. We leggen nog even aan in de haven, waar we vorig jaar geëindigd zijn. Ook nu weer worden we vriendelijk ontvangen. Na lunchtijd van de sluiswachter, mogen we mee de sluis in van de vrouwelijke sluiswachter, die zelf ook zegt te kanoën. Maar daarna weer druk aan het werk is. We vervolgen over het kronkelende Ganzendiep om bij de Paardeboer aan te leggen. We krijgen de mooiste plekjes, nabij het water, aangewezen. We zwemmen in het heldere water. Later, als de zwemmende kinderen en vissende ouderen vertrokken zijn staan we alleen. We genieten van een oranje gele maan, die een gezichtje lijkt te hebben.
Bij zonsopkomst hangt de mist boven het water. We varen verder naar het Zwarte Meer, waar de toegang weliswaar te ondiep is voor overig vaarverkeer, maar niet voor onze kano’s. Een vaargeul van boompjes brengt ons tot buiten het verboden gebied.
In Zwartsluis zijn we tijdig voor de sluis, maar het is druk. Dus eerst maar lunchen.
Na het schutten varen we binnendoor door het mooie Belt-Schutsloot naar Sint Jansklooster. Op de camping is een tentenveldje aan het water met een gras-oever. Dus we hoeven weer onze kanokarren niet te gebruiken.
Na een rustdag varen we via het dorpje Dwarsgracht, een mini-Giethoorn maar veel rustiger, naar Muggenbeet. De camping heeft een kade met rollers. Dat werkt prima. Op de camping rond een zwemmeertje is een reünie van vaarders van klassieke wherrys. De wherry is een houten Engelse roeiboot. Gelukkig varen ze de volgende dag niet, zodat wij alle ruimte hebben bij ons vertrek. Op naar Wetering, hemelsbreed 4 kilometer verder. We doen eerst boodschappen in Blokzijl, waar we van een vriendelijke bewoner onze kano’s langs zijn privé-aanleg mogen vastleggen. Na het doen van boodschappen varen we met een grote boog, via Nederland -het dorp- door de Weerribben. In Wetering krijgen we een mooie schaduwplek nabij het water. Op dezelfde camping komen later 5 Duitse mannen, die in drie 1-persoons en één 2-persoons opblaas-, plastic kano’s hebben gevaren. Leuk als kinderspeelkano, maar niet voor een lange tocht. De mannen zijn daar inmiddels zelf ook achter. Ze besluiten de volgende dag maar te gaan fietsen. Wij hebben een rustdag.
Voor de laatste etappe gaan we eerst onder een lage brug door en via een meertje naar een nauwelijks bevaren sloot. We varen tussen riet en onder bomen door. Het gaat net. Maar zo mooi! We zijn vroeg en kunnen in Kalenberg zonder oponthoud door motorbootjes onder de brug door. We pikken verderop de kanoroute op.
De bruggen zijn te laag voor de meeste motorboten. Dus het is rustig varen in dit prachtige gebied. Het water is glashelder en je kunt tot op de bodem kijken. Onderweg komen we nog een clubgenoot tegen. We kletsen bij en gaan vervolgens ieder een andere kant op. Begin van de middag komen we in Ossenzijl aan, waar onze tocht eindigt.
8 Dagen vakantie met veel mooie ontmoetingen en gesprekken. Het blijft voor anderen bijzonder, dat drie grij(n)zende (nou ja, glimlachende) vrouwen ieder in een kano, waarin alle kampeerspullen, inclusief kookspullen, een trektocht maken. Maar wat is dit fijn!
Manon, Marian en Birgit
Zaterdag 26 juli was de Canal Cleanup Leidsche en Oude Rijn, een traject van Utrecht tot Katwijk van 64 km, opgesplitst in trajecten van 4 km. Op elk traject ging een groep mensen, met prikstokken en vuilniszakken, zwerfvuil verzamelen. De meeste groepen gingen over land, maar er waren ook kano- en roeiverenigingen opgetrommeld die het afval uit de Rijn visten.
Kano Rijnland was met 7 kanoërs: Noemi, Nicole S., Manuela, Anita, Richard, Nicole K. en ik (Hilde) We hebben traject 18 gedaan vanaf de Does tot de Zijlpoort. De wildwaterboot was heel wendbaar, de canadese kano kon in alle hoekjes komen, en de zeekajaks hadden het hoogste tempo. Het eerste stuk Rijn vanaf de Does was heel schoon, maar toen we Leiden in kwamen vonden we van alles, waaronder ook zware dingen zoals een speciekuip waar al het vuil in kon. Ongeveer 10 kilo. En een kussen voor een ligstoel, zo zwaar dat we hem niet op de kano konden hijsen, maar aan een touw konden slepen. Vol met water zeker 20 kilo, gedroogd zal er misschien 2 kilo van overblijven.
Het eindpunt was Brasserie De Poort, waar we de prikstokken konden inleveren, het afval mochten dumpen en een drankje kregen aangeboden. Daar ontmoetten we ook de mensen van traject 19 die gezellig bij ons aansloten.
Het was een leuke activiteit en een gezellige dag. We hopen hiermee – al is het maar symbolisch – de wereld een stukje schoner te hebben gemaakt.
Hilde van der Linden
Deelnemers: Mathijs, Dirk, Saskia, Frank en Jaap
Verslag: Jaap
‘Heeft u een goede reis gehad?’ wil de juffrouw van de receptie weten, duidelijk de standaardvraag waarmee de bezoeker welkom wordt geheten. ‘We komen over zee met de kano, het was hard werken tegen een straffe oostenwind en het zeulen met de kano’s over het strand en de duinen ging ook niet vanzelf. Maar we hadden er veel plezier in dus ja, de reis was goed. Of we met de auto zijn, luidt de volgende – ook standaard - vraag. ‘Natuurlijk niet muts, ik zeg je net dat we…’ maar dat zeg ik niet, ik houd het netjes en ontken met een vriendelijke glimlach.
Het was me het dagje wel. We steken om half zeven de koppen uit de tent om te zien dat… er niets te zien is vanwege de dichte mist. We gaan toch maar ontbijten in de hoop dat de mist wordt verdreven door zon en wind. We hebben een prachtige plek bij de Waddenhaven van Ameland, met een magnifiek uitzicht (alleen nu even niet) op het droogvallende Wad. We zijn de vorige dag bij hoogwater overgevaren van Holwerd naar Ameland, met de stroom mee en twee vingers in de neus. We maken ons klaar voor vertrek met de bedoeling om door de zeestraat Borndiep, die Ameland van Terschelling scheidt, langs de Noordzeekust tot halverwege het eiland te varen. De Waddenzee loopt leeg en daardoor krijgen we, ook geholpen door een zwakke oostenwind, een flinke duw in de rug richting Borndiep. Met zicht op de vuurtoren van Hollum gaan we aan land voor een lunchpauze en om moed te verzamelen voor het volgende traject: de Noordzeekust met een aantrekkende oostenwind tegen.
De branding is hier op de westpunt, bij aflandige wind, te verwaarlozen dus met een nagenoeg droge kuip steken we van wal. Na het ronden van de punt komen we in aanraking met de volle zee en die is niet mals. We krijgen de wind pal tegen en de kort op elkaar volgende steile golven, waaronder enkele op het punt van breken staan, vergen onze uiterste concentratie. Dit houden we een paar uur vol, met een pauze tussendoor waarvoor we de branding moeten trotseren, totdat we vinden dat het genoeg is. De boten gaan op wieltjes en we sjouwen ze over het strand naar de duinen in de wetenschap (GPS en Google Maps!) dat aan de andere kant een fietspad ligt. Zo lopen we het laatste stuk naar Camping Duinoord, een enorm uitgestrekt duingebied met trekkersveldjes, caravans, campers en vaste huisjes.
Het heeft de nacht van zaterdag op zondag af en toe zachtjes geregend, maar om zeven uur, net als we aan het ontbijt zitten, gaan de hemelsluizen open. Inpakken bij deze bui is geen optie, dus we kruipen in de tent en stellen het vertrek uit tot nader order. Tegen acht uur wordt het droog en een dik halfuur later staan we klaar om over het duin te klimmen. Het paadje omhoog is ‘verhard’ met stro waar de wieltjes verrassend goed mee overweg kunnen. Op weg omlaag komen we in rul zand waar de boten alsnog gedragen moeten worden. Dat gaat goed in teams van 4 dragers met het commentaar ‘Das sieht aus wie ein Begräbnis’ van een toekijkende campinggast (zelf ook kajakker maar dan in een wildwaterbootje) die even later de handen uit de mouwen steekt en twee rondjes meedraagt. Zo kunnen we om beurten even rusten.
Met een zwakke oostenwind tegen zetten we koers naar het Pinkegat waar we rond het middaguur aankomen. Er staat een lichte stroming naar buiten, nog een goede reden (naast het versterken van de inwendige mens) om neer te strijken op een zandplaatje dat net tien centimeter boven water uitsteekt. Nu nog wel. Na de koffie en de bammetjes verdwijnt de plaat onder water en voordat de boten wegdrijven stappen we in om ons met de opkomende vloedstroom mee te laten nemen. We worden onmiddellijk afgestraft wanneer we een paar keer een bocht willen afsnijden naar drie boeien verderop. Straf? Welnee, dit is de echte waddenbeleving, het wachten op het stijgende water om de platen te kunnen passeren. We volgen daarna braaf de boeienlijn over het wantij naar de volgende geul waar de verwachte tegenstroom nog niet op gang gekomen is. De laatste hindernis wordt gevormd door de plaat die de Zuiderspruit scheidt van de pier van Holwerd. Hier lopen we opnieuw vast en wel op mosselbanken waar je het niet in je hoofd moet halen om je met de handen op de bodem af te zetten. Deze ondiepte blijkt het restant te zijn van een dam die in het verleden Ameland met het vaste land verbond. Deze dam, aangelegd in 1871-1872, heeft een kleine 10 jaar lang stand gehouden, tot de winterstorm van 1881-1882 grote gaten in de dam sloeg en het onderhoud werd opgegeven. Gelukkig maar, zo blijft er een goede reden om naar de overkant te peddelen voor wie te beroerd is om de veerboot te nemen.
Verslag door Jessica Langenhoff
Vorig jaar waaide het veel te hard en werd het de Braassem. Dit jaar ging ik graag voor een herkansing. En dat pakte boven verwachting goed uit.
Op pad
Het is al een paar dagen redelijk stabiel goed weer en op vrijdagmorgen komt de mail van Mark: de tocht gaat door. Lijstjes geraadpleegd: wat moet er allemaal mee? Met een volle fiets meld ik me even voor 8.00 op de vereniging. Langzaam sluiten meer mensen zich aan, in totaal 14. Nog drie mensen komen rechtstreeks naar Bommenede aan de Grevelingen. Deelnemers variëren van zeer ervaren zeevaarders tot mensen die net de beginnerscursus hebben afgerond. Voor meerdere mensen is dit de eerste ervaring met groot water. Verrassend snel gaan alle boten, zwemvesten en peddels op de trailer, op daken en in auto's. Mooi op tijd rijden we weg.
Van 30 cm water naar 30 cm golven
Via allemaal smalle weggetjes bereiken we de Werkhaven bij Bommenede en daarnaast is een strandje, beschut achter een dammetje. We worden gewaarschuwd voor scherpe mosselschelpen. Goede schoenen aan en voorzichtig met overboord reiken. Kaarten worden uitgedeeld en het vaarplan besproken. Alweer gaat alles soepel en we kunnen het water op. Het is eerst nog even ondiep maar voorbij de dam is het meteen duidelijk: dit is groot water. Het is helder en er zijn kwalletjes. En er is golfslag, maximaal ca 30 cm hoog.
Van punt naar punt
Tegen de noordenwind in gaan we van ton naar ton, het is net 'follow the dots'. Ons doel is de Archipel, een eiland met steigers voor de grotere jachten en een strandje voor zwemmers. Daar kunnen ook wel een paar kajaks liggen. Tijdens de picknick vraagt de boswachter ons om het looppad vrij te maken voor de andere eilandbezoekers. Ze zijn niet erg gecharmeerd van zo'n grote groep kajakkers. We zijn wel een rustige groep, vinden ze. Gelukkig werd het toch al tijd om verder te gaan dus we stappen weer in.
Wind in de rug
Het wordt steeds drukker met flinke zeiljachten. Sommige gaan echt hard, ook door de toenemende wind, van 3 naar ca 4 Bf. We geven ze duidelijkheid door dicht bij elkaar te blijven varen. Het plan wordt een beetje aangepast: uit de buurt van de vaargeul op weg naar het zuiden. Wind in de rug is een machtig gevoel en de golven zijn wel flink maar ook leuk. We gaan nog een keer aan land voor een pauze. Dan met halve wind het laatste stukje naar de auto's terug. Pas op, buiten de strekdammen blijven want het kan ondiep zijn! Een paar mensen nemen nog de kans om te rollen voor we weer terug zijn.
Deels geluk hebben, deels wat je samen doet
Langzamerhand slaat bij mij de vermoeidheid toch een beetje toe. En dan is er nog de terugweg: alles inladen, naar de club, boten spoelen en alle andere spullen. Dat is een nadeel van zout vaarwater: het is veel werk. Ik heb het er graag voor over. Dat we dit met zo'n mooie groep mensen kunnen doen, dat is deels geluk. Het weer heb je niet in de hand en dit was echt perfect. En deels doen we het samen: een tocht voorbereiden, de vaarleiding van Frank en Mark en de samenwerking in de groep waardoor alles zo soepel verliep.
Moe maar voldaan neem ik thuis een Skuumkoppe en ik eet een flink bord maaltijdsalade. Nog nadeinend typ ik dit verslag. Bedankt allemaal, tot een volgende keer!
Over de Grevelingen
De Grevelingen is het grootste zoutwatermeer van Europa. Het was een zeearm maar na de Watersnoodramp zijn er twee dammen geplaatst waardoor er geen getijdenverschil meer is en geen stroming. Door verdamping is het zoutgehalte hoger dan in de zee. Het gebrek aan stroming zorgt ook voor minder zuurstof. De natuur heeft daar last van en daardoor is er minder leven dan in de Oosterschelde. Evengoed zagen we zeehondjes, vissen en kwalletjes.
Grevelingenmeer - Wikipedia
Organisatie: Marian en Paul van de Dutchseakayakers
Deelnemers: Monique, Rob, Jannie, Tjeerd, Vera, Saskia
Verslag: Saskia (Kano Rijnland)
“De weersvoorspellingen zien er goed uit”, zegt Paul vrijdags tijdens de briefing op de camping in Arisaig. De hele week windje 2-3. Dat is precies wat we nodig hebben. Het plan is namelijk om een zevendaagse kajakexpeditie langs de zogenaamde Small Isles te maken, een eilandengroep ten zuiden van het Schotse eiland Skye. Doel is om noordwaarts langs de kust naar Mallaig te varen, en over te steken naar Skye. Via de eilanden Soay, Rum en Canna kajakken we naar Eigg, en liefst nemen we ook het mini-eiland Muck nog mee, om een week later weer terug in Arisaig aan de komen. Maar als iets me deze week heeft geleerd, dan is het dat een tochtplan slechts papier is, in deze regio althans. De Small Isles worden ogenschijnlijk beschut door de eilanden die samen de Buiten-Hebriden vormen. Behalve dan wanneer het zuidwestenwind is, want op die dagen blaast de wind frontaal op de eilanden, en kunnen er zomaar deininggolven van meer dan vijf meter ontstaan. Dit, gecombineerd met de vele regen die nu eenmaal bij Schotland hoort, en de onmogelijkheid om windkracht en richting meer dan één dag vooruit te voorspellen, maakt de kans op het winnen van de Lotto aanzienlijk groter dan het succesvol ronden van de Small Isles, Daar zullen we tijdens onze trektocht zelf ook achter komen.
De eerste dag begint goed. De zon schijnt, en we varen met een stevige rugwind naar Mallaig. Er is zelfs nog tijd voor een stop in het stadje: nog even genieten van croissants en koffiekoeken, de komende week wordt het alleen nog havermoutpap en droogvoer. Aangekomen op de Point of Sleat op Skye kamperen we in een prachtige groene baai, en hoewel het om 23 uur nog licht is maken we toch een kampvuur. Een goed begin.
Wanneer ik de volgende ochtend wakker wordt ziet het er heel anders uit. Het heeft de hele nacht geregend en de lucht is grijs. Wanneer ik voorzichtig onder de tent door gluur slaat de schrik me om het hart: Het charmante geitenpaadje dat vanuit de heuvels via mijn tent naar de kampvuurplek leidt, is plotseling veranderd in een stromende rivier. Binnen 2 seconden zit ik op mijn hurken als een gek mijn slaapzak en kleding in waterdichte zakken te proppen. Vervolgens schuif ik alles kletsnat in mijn kajak en in de stromende regen werk ik mijn pap naar binnen. Hoe ik alles weer droog krijg is van latere zorg. Ook Paul en Marian zijn niet ongeschonden uit de nacht gekomen. Zij werden wakker van een watervalletje dat tijdens de nacht is ontstaan en gezellig klaterend de tent in loopt.
Op het water lukt het snel om alles te vergeten. Door de stroming, gecombineerd met de zuidwestelijke wind die beukt op de landpunt, zijn er wispelturige clapotisgolven ontstaan en tegelijk is er sprake van een flinke deining. Adrenaline alert! Marian schreeuwt dat we zo ver mogelijk bij de kliffen vandaan moeten blijven. Ik vind het zelf best spannend, maar Priem, mijn Romany kajak, vermaakt zich opperbest en springt als een veulen door de golven. Binnen de kortste keren staat de zee vol witte schuimkoppen. Het is onmogelijk om met dit weer nog een oversteek te maken en we besluiten in de baai te kamperen. De stevige wind biedt me mooi de kans om mijn spullen te drogen.
Ook de volgende dag is het weer nog ongeschikt om te varen en we maken een wandeling door het moerassige achterland. Alles staat vol met varens en heerlijk geurende gagelstruiken. Af en toe spotten we een orchidee met tere lila blaadjes. De volgende dag hebben we een gunstig ‘weather window’ te pakken en varen we naar Rum. We kamperen op misschien wel de mooiste kampeerplek waar ik ooit heb gestaan. Als de zon even schijnt ziet het eruit als een tropisch eiland, met een wit strand en azuurblauwe zee. We worden vergezeld door edelherten die in grote groepen op het eiland leven. Er is een waterval die uitkomt in een kronkelend riviertje. Een prachtige plek om een bad te nemen en het zoute water van je huid te spoelen.
Ook de oversteek naar Eigg op dag vijf verloopt voorspoedig. We kamperen in een baai waarvan het zand een hoog fluitend geluid maakt wanneer het wordt bewogen door de wind of voeten, en daarom Singing Sands wordt genoemd. We worden omgeven door hoge kliffen, wat een beschut gevoel geeft. Er is een kampvuurplek, een wild klaterende waterval die we gebruiken om te douchen, en om ons heen grazen schapen. We sluiten de dag af met kampvuur en Schotse whisky, ook al zitten we in de miezerregen.
Vanaf hier verandert het karakter van onze reis. Je kunt je zelfs afvragen of het nog wel om een kajakexpeditie gaat. Terugkijkend hebben we waarschijnlijk evenveel gewandeld als gevaren. De wind blijkt in de nacht namelijk zodanig te zijn aangetrokken, dat er van kajakken geen sprake meer is. Regen valt met bakken uit de hemel, er staat een fikse branding en de zee is gevuld met schuimkoppen. We besluiten naar de ferry te wandelen, zo’n 7 km verderop. Monique en Rob moeten op tijd terug zijn in Newcastle, om de boot van zaterdag te kunnen halen. Dat betekent dat we morgen terug moeten naar het vasteland. We willen zeker weten of we kajaks mee kunnen nemen op de lokale ferry, in het geval het niet mogelijk is om terug naar Arisaig te kajakken. De lokale bevolking maakt ons direct duidelijk dat de wind de komende dagen alleen sterker wordt. We eten een warme maaltijd in het enige restaurant en als zojuist opgerichte eilandraad maken we een plan: omdat een plek op de ferry voor acht boten zeker niet gegarandeerd kan worden zullen morgenochtend Rob en Monique vanuit Singing Sands naar een grotere baai varen, een tochtje van 10 minuten. Vanaf hier kunnen ze met een kanokarretje naar de ferry wandelen.
Op dag zes schiet ik ’s ochtends om zes uur, zonder ontbijt, in mijn droogpak, klaar om Monique en Rob uit te zwaaien en ze zo nodig een zetje te geven. Maar dat blijkt niet nodig. De branding is veel te hoog en krachtig. Als we het veilig willen houden zit er niks anders op dan sjouwen. Zonder klagen of mopperen en met vereende krachten tillen we als een stel sherpa’s de twee kajaks over de kliffen (wat je allemaal niet kan doen op een marsreep…) en via een schapenpaadje naar de hoofdweg. Zij zijn gelukkig op weg. De vraag is vervolgens: wat doen we als achtergebleven groep van zes? Proberen we in de middag met laagwater naar de ferryhaven te varen, zodat we morgen ook meekunnen? De weersvoorspelling is inmiddels dusdanig dat het zelfs niet meer verantwoord lijkt om te kamperen in de baai. Staand op het strand maakt Paul samen met ons een risico-analyse. De belangrijkste boodschap is dat je daarbij alleen naar de feiten moet kijken. Dat je een ferry hebt geboekt die misschien gaat missen, of een belangrijke afspraak op je werk, dat doet er even niet toe. In ons geval zijn de feiten: windkracht 5 met windstoten 7-8, Zuidwestelijke wind, en onderweg geen beschutte aanlandingsplekken. Dat maakt het makkelijk, we zitten hier voorlopig nog even vast.
Gelukkig blijkt onze aanwezigheid als een lopend vuurtje over het eiland te zijn gegaan. Niet zo vreemd, met maar 100 bewoners. Charlie, de enige taxichauffeur van Eigg, brengt ons met een rammelende roestige bus naar de jeugdherberg. Paul: “Sunday the weather looks better and we can paddle back to Arisaig”. Charlie: “Ay, indeed, indeed, surely someday you can paddle back….”. Een profetische uitspraak?
Blijkbaar word je als kajakker niet als toerist gezien, maar als gast. We worden namelijk meteen uitgenodigd om ‘s avonds in het dorpshuis deel te nemen aan een dorpsavond. Er zijn Peruanen op bezoek om kennis en ervaring uit te wisselen over zelfbestuur. De bewoners van Eigg zijn sinds 1997 namelijk eigenaar van alle grond, en bepalen samen het bestuur en dus ook de toekomst van het eiland. De Peruanen hopen hier ideeën op te doen hoe ze ook het heft in eigen hand kunnen nemen om zo exploitatie van hun leefgebied in de Amazone te voorkomen. Na afloop is er cabaret, muziek en Schotse dans, en we worden verwend met heerlijk eten. We voelen ons bevoorrecht uitgerekend hier te zijn gestrand.
Op zaterdag slapen we uit, lunchen uitgebreid en bezoeken de brouwerij op het eiland, die net als de boomkwekerij en het stroomnetwerk gezamenlijk bezit zijn. Wederom niet gevaren, maar wel 15 km gewandeld. Iedereen voelt zich uitgerust en opgeladen en we hebben zin om te peddelen. Dat zal ook wel moeten, want op maandag moeten we allemaal op tijd in Newcastle zijn. Vera en ik hebben onze reservering (voor de zondag) zelfs al een dag moeten verplaatsen. In de ochtend brengt Charlie ons zo ver als mogelijk met zijn bus bij Singing Sands en we namen afscheid met een ferme Schotse hug. Snel boten inpakken en droogpakken aan, want het is nog 11 zeemijl varen.
De zee heeft echter andere plannen met ons, want als we eenmaal op het strand staan blijkt de branding nauwelijks te zijn ingezakt, en bovendien onvoorspelbaar: als je even denkt “nu gaat het wel”, verschijnen er plotseling drie dumpers achter elkaar. Levensgevaarlijk, want het risico bestaat dat je een golf niet haalt, achterover wordt geworpen en je volgeladen kajak bovenop je krijgt. Bovendien ben je door alle kilo’s heel traag, even aanzetten is er dus niet bij. Paul en Marian zal het met al hun ervaring wel lukken om de timing juist te krijgen, maar geldt dat voor ons ook?
We zullen moeten wachten op laag water, en duimen dat de kracht van de golven daarmee ook afneemt. Vier uur lang wandelen we minstens vijf keer heen en weer over de breedte van het strand, op zoek naar een mogelijke geschikte plek. We dragen alle boten even zo vaak heen en weer, en lopen elk kwartier de branding in om te voelen hoe sterk de golven zijn. We bediscussiëren zelfs de optie om ook alle overige zes kajaks over het klif te tillen. Om half drie durven we het aan, er zijn nog steeds hoge brekers, maar de kracht is wel afgenomen. Eén voor één peddelen we zo hard als we kunnen door de branding, luid joelend aangemoedigd door de rest. Het is gelukt, we hebben Eigg eindelijk verlaten!
Eenmaal door de branding heen worden we nog getrakteerd op een spectaculaire oceaandeining. Golven van bijna vijf meter hoog stuwen ons voort richting Arisaig, en de inmiddels vertrouwde alken scheren nog één keer om ons heen alsof ze ons vaarwel willen zeggen. Dolgelukkig komen we aan het begin van de avond eindelijk in de baai bij de camping aan. Ik herken nauwelijks iets, het voelt alsof we een hele maand op pad zijn geweest...
Dank je wel Jannie, Tjeerd, Monique, Rob, Vera, Paul en Marian dat ik dit avontuur met jullie samen mocht beleven. We waren een gouden team. Paul en Marian van de Dutchseakayakers in het bijzonder dank voor alle goede zorgen, de vele leermomenten en het vertrouwen dat we van jullie hebben gekregen.
Top 10 Tips voor een kajakexpeditie
Extra: Dierenleven
De Small Isles staan bekend vanwege de rijke fauna, zowel in en boven het water, als op het land. Het water tussen de eilanden zit vol met dolfijnen en bruinvissen en er is geen dag voorbij gegaan dat er geen nieuwsgierige zeehonden rond de kajak hebben gezwommen. Ook de otter hebben we verschillende keren gespot. Zelf vond ik de bunzing bijzonder die Marjan en ik op een van de eerste dagen op Skye zagen in een rivier. Hij sprong behendig van steen naar steen en schoot voor onze voeten weg. Het eiland Rum staat bekend om zijn edelhertenpopulatie. Al sinds 1972 worden ze bestudeerd in het Isle of Rum Red Deer Project. Maar het meest heb ik genoten van de vogels. Zo zie je regelmatig zee- en steenarenden boven de rotsen zweven. Op het strand van Rum bewonderden we in de avond een groep Jan-van-Genten, die om de beurt een duik in het water maakten, jagend op vis. Ze leken verdacht veel op bommenwerpers. Het eiland Canna is bekend vanwege de grote populatie papegaaiduikers. Maar wij hebben vooral de gewone zwart-witte alken bewonderd. Ze cirkelden vaak in grote groepen om onze kajaks. Prachtig om te zien, zoals ze met hun torpedo-lichamen over het water scheerden en tussen de golven door manoeuvreerden.
Zondag 22 juni was het zover, onze eerste vaartocht na het doorlopen en met succes voltooien van de introductiecursus.
Wij waren ook de eerste die de cursus overdag hadden gekregen, 10 woensdagmiddagen onder leiding van Mathijs en Hilde. (wie nu nog de spatzeilen verkeerd hangt....)
We hadden net de langste dag achter de rug en een korte nacht geslapen maar we hadden er zin in.
Zaterdag was het nog een tropische dag geweest, nu was het gelukkig iets koeler en een beetje bewolkt, met zelfs kans op klein buitje, daardoor minder pleziervaart en meer ruimte voor onze 'soms nog ongecontroleerde' peddelslagen.
De vaarbegeleiders (5 stuks) waren keurig op tijd en de verse leden druppelden binnen met als het goed is hun eigen toegangssleutel op zak.
Al snel heerste op de vlonder een georganiseerde chaos, 19 kajaks tegelijkertijd op de vlonder en de groentjes op zoek naar peddels, spatzeilen en zwemvesten en bezig om de bagage op de juiste plek in de boot te krijgen.
Maar even voor tienen lag iedereen op het water om via een vlot gelegd vlotje de instructies van Leen te ontvangen. Klokslag 10 uur verlieten we het nu al vertrouwde watertje voor het clubgebouw. De grote groep vormde al snel een lang lint aan de rechterkant van de Does met Mathijs en Femke voorop, Carolina en Hilde in het middenveld en Leen achteraan als bezemboot.
We waren nog niet op de oude Rijn en eerste spetters vielen al. Na enkele weken droogte in Nederland was een beetje neerslag welkom, alleen niet nu. Het was echter al snel weer droog en vol goede moed peddelden we richting de stad, op weg naar onze eerste stop bij het Van der Werffpark.
Omdat het weer nog een beetje onbestemd leek, was het heerlijk rustig op het water. Het aanmeren en het op de kant trekken van de kayaks was met de lage oever in het park een makkie.
Toen we wat gedronken hadden, een sanitaire stop gemaakt en we weer het water op wilden, hoorden we rommelen in de verte. Volgens de buienradar was het een licht onweer wat gelukkig snel leek weg te trekken.
De leiders gaven na 10 extra minuten, safety first, het vertreksein en zo voeren we verder het Rapenburg op. Hier was het ook heerlijk rustig en niet voor niets, het begon iets harder te regenen. Ik wilde mijn regenjas aantrekken die ik onder de spankoorden voor mij had geplaatst, verkeerde plek want door de druppels van mijn peddel was mijn regenjas al doorweekt. Bij Molen De Put gekomen was het gelukkig alweer droog. We gingen nu terug richting stadscentrum en bij Annies kozen we de linker rijnarm, de oude Rijn.
Ik stelde me voor dat de terrasbezoekers met afgunst keken naar ons 'sportievelingen', naast de suppers die we af en toe ook tegen kwamen. En wat is Leiden toch mooi vanaf het water, je bekijkt de gevels toch anders dan als je door de stad loopt.
Uiteindelijk kwamen we aan bij het Ankerpark waar we de lunchbreak gingen doen. Met al wat meer ervaring lagen alle kajaks snel in gelid op het droge, wat altijd weer een kleurrijk plaatje oplevert. Iedereen haalde zijn eten en drinken te voorschijn en sommigen hadden geluk om op een gemeentebankje te kunnen zitten. De ervaren begeleiders zetten hun hightech aluminium stoeltjes in elkaar om 'comfortabel' te kunnen zitten. De, voor een fotoshoot, aanwezige fanfare, konden we niet overhalen om voor ons een deuntje te spelen.
Nadat nog wat plassers brasserie de Poort hadden bezocht konden we verder. Het weer was aardig opgeknapt en dat was te merken aan de groeiende hoeveelheid plezierbootjes. Allemaal klaar liggend langs de kant, wachten we op het seintje van Mathijs, die strategisch positie had gekozen, hij kon goed zien of er nog bootjes onder de Schrijversbrug vandaan kwamen. Uiteindelijk konden we als groep snel oversteken en Leiden verlaten richting de Spanjaardsbrug. Weer als groep verzamelen om de drukke Zijl over te steken en met zijn allen tegelijk linksaf de Zijl op. De Zijl was ondertussen een flinke klotsbak geworden. Onze kleine bootjes werden goed door elkaar geschud, gelukkig had bijna iedereen een zeekayak gekozen dus wat golven konden we hebben. Onze ervaren kanopolo'er Marcus probeerde met hekgolven mee te surfen, soms moet je het kayakken wat spannender maken. Ik was wel blij toen we uiteindelijk rechtsaf de Wetering opvoeren, dat is toch iets meer ontspannen varen.
Klokslag 3 uur kwamen we weer aan bij het clubgebouw, en ik was blij, nul keer omgekieperd. Dat is voor het eerst, met de cursus ging ik altijd wel gewild of ongewild kopje onder. Het was ondertussen zo lekker warm weer geworden dat Leen en Marina spontaan in het water sprongen en ik ook nog even met de gedachte speelde om wederom een nat pak te halen. Maar dit keer wilde ik thuis niet weer natte kleren gaan wassen.
Onder het genot van een biertje praten we nog even na en ik kwam erachter dat na een dagje kajakken een biertje er best wel in hakt. Al met al een fijn en leerzaam dagje.
Fred Mugge
Op 19 juni j.l. was het zover; de deelnemers van de introductiecursus mochten na 10 weken opleiding en oefening laten zien wat ze in huis hadden. Dat was heel wat; 17 van de 18 deelnemers zijn geslaagd.
Het examen werd in geheel nieuwe stijl afgenomen. In circuitvorm mochten de deelnemers hun vaardigheden tonen onder het toeziend oog van een aantal instructeurs. Tussen de kunststukjes door werden ze in de gelegenheid gesteld om hun theoretische kennis te etaleren.
Na het circuit werd op een spetterende manier afgesloten met een noodstop en een gecoördineerd omslaan.
Onder het genot van een drankje en het inmiddels traditionele stukje taart heeft iedereen zijn clubdiploma en bijbehorende sleutel in ontvangst genomen.
We kijken terug op een geslaagde hele fijne cursusperiode. In verband met vele nieuwe nationaliteiten moest de uitleg tweetalig worden gegeven. Speciale dank aan Gaston voor het simultaan vertalen.
Daarnaast bedanken wij iedereen - niet in de laatste plaats de deelnemers - die heeft bijgedragen aan het succesvolle verloop van deze cursus, voor hun inzet en enthousiasme.
Wij wensen Bernardo, Irma, Fred, Gaston, Simon, Noemi, Morten, Martin, Michelle, Marina, Elisabetta, Marcus, Werner, Roy, Marjan, Zab, Len en Ingrid veel vaarplezier en zien iedereen graag terug op het water.
Tot ziens, See you soon, A presto, Te vejo depois, Bis bald, Vi ses snart, Do zobaczenia wkrótce, Sien jou binnekort
Introductiecommissie
Dit jaar logeerden we op camping 'De stierop' aan het Uitgeestermeer in het plaatsje Woude.
Een camping met clamping (luxe tent) en mogelijkheid om met eigen tent te staan.
Na het afladen even afgekoeld met een zwempartij aan de steiger, waarna we een gemeenschappelijke maaltijd bereidden onder toeziend oog van de 2 chefs Amber en Elly. De wraps gingen er wel in! Dank aan de chefs.
Na de afwas is een korte tocht gemaakt over het Uitgeester en Alkmaardermeer om het eiland waarop Woude en de camping liggen. Mooie avond, wel af en toe oppassen voor de snelle motorboten. De snelheidslimieten worden standaard overschreden!.
Tweede dag naar de Zaanse Schans
Vanuit de camping is het ongeveer 10 km naar de molens van de Zaanse Schans. Beroemd over de hele wereld. Vanaf de camping via de Tapsloot de Zaan op met aan de oever een mooi stukje industrieel erfgoed. Zeepfabriek de Adelaar de vleugels hebben een spanwijdte van 6 meter.
Enkele kilometers verderop bereikten we de Schans en gingen enkelen aan land bij de eerste molen, terwijl de anderen een drijfpauze hielden. Gadegeslagen door een aantal nieuwsgierige toeristen.
Hierna verder via de ringvaart de wijde wormer naar Jisp. Het water om Jisp staat bekent om de zuigende modder onder je boot. Vooral als je net als Amber met een groenland peddel vaart. Jaap stelde voor dan maar te gaan punteren. Aan het eind van de Zwet ligt de vestiging van Bloem. Ondanks het goede voornemen van menigeen om niets te kopen gingen sommigen toch voor de bijl. Maar weersta al dat moois maar eens. De boot van Julienne werd gratis gerepareerd, het stoelbandje brak 100 meter voor aankomst. Naast Bloem ligt een mooi sluisje wat gratis wordt bediend, zo kwamen we weer terug op de Zaan, richting de camping. Onder het genot van een drankje nog wat nageborreld en genoten van de voorbije tocht van 23 km. In de avond nog een mooie voettocht over het eiland alwaar door sommigen gegeten werd in het restaurant het Kombof.
In het sluisje aan het einde van de Poel
Derde dag Eilandpolder
Na in de nacht wakker te zijn geworden van een klap onweer en vanaf 6 uur een eindeloze rij vliegtuigen. Was er vandaag de tocht naar de door uitgestrekte droogmakerijen van Beemster en Schermer omringde Eilandspolder.
Dit waterrijke gebied, met zijn weidse graslanden en glinsterende meertjes, is een perfekte plek voor een kano dagtocht.
We vertrokken vanuit het meest noordelijke stukje van de polder nabij Schermerhoorn.
Het is ook weidegebied en aangezien het broedseizoen eindigt op de 15e juni, werd er volop gemaaid. Een mooie combinatie van de geur van versgemaaid gras, gezang van weidevogels en een blauwe strakke lucht verwelkomde ons.
Een tocht van ongeveer 18km door al dan niet brede watergangen en veel vegetatie. Onderweg kon de wulp en grutto worden waargenomen tevens
watervogels (smient, plevieren). Het eerste dorpje wat aangedaan werd was Grootschermer met de bekende beeldentuin van de kunstenaar Nic Jonk.
De beeldentuin hebben we alleen vanaf het water bezichtigd. Bezichtiging van de tuin is alleen op afspraak.
Pauze bij Grootshermer
Beeldentuin in Grootschermer
Daarna via de dorpen Noordeinde en Craft naar het historische plaatsje de Rijp. Midden in het dorp bevindt zich een antiek sluisje wat ook nog wordt bedient. We maakten er geen gebruik van aangezien we dan op de ringvaart van de polder zouden uitkomen. Hierna was het nog een uur terug peddelen naar het beginpunt.
Hiermede was het mooie weekend afgesloten en keerden we terug naar Leiderdorp.
Volgend jaar weer een nieuwe editie
Namens de VWC , dank voor jullie positieve bijdrage aan deze tocht.
Jan Cees
foto´s: Jaap en Daila
Kaarten van de gevaren routes Eilandspolder en Zaanse schans
Deelnemers dit jaar:
Het was een mooie lentedag, die zaterdag 5 april. Vóór de gebruikelijk Buurman & Buurman bijeenkomst, zat ik wat vroeger als normaal op het bankje bij de toegangsbrug in het zonnetje. Terwijl ik om mij heen keek, viel het mij op dat het hout van het bankje heel nodig wat onderhoud nodig had. Dus zijn Buurman & Buurman de zaterdag erna begonnen met het demonteren van het bankje en de houten planken hiervan hebben we kaal geschuurd en in de grondverf gezet. Geschuurd en in de grondverf gezet en geschuurd en in de grondverf gezet en vervolgens konden we aan het aflakken beginnen.
Het leek mij een leuk idee om de bank in de kleuren van ons logo te schilderen. Dit moest ook een aantal malen gebeuren, zeker met het gele deel, want die kleur wilde maar niet dekken.
Afgelopen zaterdag, 7 juni, vonden we dat het goed genoeg was en hebben we de bank weer in elkaar gezet en natuurlijk getest.....
En ........ goed bevonden.
Ajeto!
Buurman & Buurman
Door Dirk Zwitser
Ik heb 4 dagen voor mezelf en ben op zoek naar rust en vrijheid. Net als vorig jaar besluit ik een paar dagen te gaan kajakken en kamperen in Friesland. Ik ben behoorlijk moe, dus ik wil mezelf geen doelen stellen in aantal kilometers. Ik wil gewoon lekker buiten zijn zonder verplichtingen. Stukje peddelen, tentje bouwen, zitten, prutsen, boek lezen. Ik ben gek op Friesland en het is de enige plek waar je zonder al te veel planning kunt rondzwerven. Friesland heeft recreatieschap de Marrekrite dat voor vele honderden vrij te gebruiken aanlegplaatsen zorgt. Op een aantal van die plaatsen mag je ook kamperen. Dat is ook waar het ingewikkeld wordt. De Marrekrite is er voor heel Friesland, maar elke gemeente heeft regels over wel of niet mogen kamperen. Er zijn kaarten met overzichten van kampeerplaatsen op de website, maar die kaarten zijn allerminst betrouwbaar (zo blijkt uit het vervolg ook dit jaar weer). Verder is Friesland druk bevaren met veel snelle motorboten met hekgolf en nog veel meer huurders van motorjachten (de grootste die je ziet varen zijn allemaal verhuur schepen) en zeilboten. Veel van die huurders zijn, om het eufemistisch te zeggen, niet zulke ervaren watersporters. Tenslotte is elke aanlegplek voor de kajak een hoge uitstap/ instap. Kortom: Friesland is geweldig voor kajakkers, maar je moet wel wat ervaring hebben en tegen een stootje kunnen.
Woensdag 28 mei openbare trailerhelling noordzijde Heegermeer – recreatie-eiland Langehoekspolle (Konijneneiland) tussen Heegermeer & Fluessen 5km
Woensdagmiddag stort ik mij na een volle schooldag en na mijn gezin te hebben uitgezwaaid voor het kamp waar ze naar toe gaan om 16.00 in de gekte van werk- en vakantieverkeer. Rond kwart over zes ben ik dan toch bij de parkeerplaats aan het Heegermeer. Ik laad de boot af en pak in voor 4 dagen eten én water. Dat is toch even puzzelen bovenop mijn vaste routine (zwarte waterdichte zakken met slaapspullen en groene waterdichte zakken met kleding voor in, blauwe zak met de tent achter in, evenals stoel, tafel, karretje). Ik moet namelijk nog 2 Ortlieb zakken met elk 10 liter water kwijt. Een klein uur later duw ik af en is de vakantie echt begonnen. Het is een prachtige avond en op deze woensdag nog doodstil op het meer. Met een kleine windkracht 4 op de kop ga ik aan het werk. Ik bedenk me al gauw dat ik niet naar Gaastmeer doorvaar, maar op het Konijneneiland ga staan. Dat is de charme van kajakzwerven in Friesland. Je kunt heel snel van plan wisselen. Ik heb wel al gauw door waarom deze plek ook al weer niet boven aan mijn lijstje staat. Het barst er in deze tijd van het jaar van de knuten (voor de Schotlandgangers: midges). Na een grappig babeltje met een Duitser, ik probeer mijn middelbare school duits en hij wil juist laten zien dat hij wat Nederlands kent, kruip ik al gauw mijn tent in.
Donderdag Hemelvaartsdag 29 mei recreatie-eiland tussen Heegermeer & Fluessen – Marrekrite plek Zwarte Brekken 15 km
Als ik wakker word heeft het flink geregend. De buitentent is kleddernat en de voorspellingen geven aan dat er nog veel meer regen komt. Voorzichtig haal ik de binnentent uit de buitentent en berg die droog op in een aparte waterdichte zak. Dat blijkt later een gouden zet.
Iets later ga ik op pad. Met dit weer heb ik niet echt haast. De tocht voert na het Heegermeer langs IJlst en Jutrijp over smal en bochtig water. Heel fraai, maar ik ben niet lekker (later blijkt dat ik die morgen in mijn vakantiestemming mijn medicijnen ben vergeten). Het gaat trouwens gaandeweg steeds harder regenen. Rond twee uur ben ik totaal verkleumd en zit de motivatie me in de tenen. De kampeerplek aan de Sijbesloot (volgend jaar maar) zet ik uit mijn hoofd en ik zoek een plekje hier aan de Zwarte Brekken. In de stromende regen zet ik mijn tent op en heb daarbij vanwege de harde wind alle scheerlijnen nodig die ik met mijn beste groundhog haringen vastzet, haal alle waterdichte zakken uit de boot en leg ze in de buitentent waar ik alle ruimte heb. Ik pel mijn kanokleding uit, dweil de footprint, trek warme kleding aan inclusief muts, maak warme thee en bouw stoel en tafel op in de tent om te gaan zitten lezen. Ruim 100 bladzijden verder heb ik een houten kont, maar is het wel droog. Het waait keihard. 3 Duitse jongens met een gehuurde Fox 22 proberen aan te leggen, maar pas bij de derde poging lukt het hen aan de minst gunstige van de drie steigers. Ze zijn blij als ze aan de kant staan. Terwijl zij hun kampvuurtje aansteken beperk ik me tot mijn primus brandertje voor veggie Nasi Adventure food.
Vrijdag 30 mei Marrekrite plek Zwarte Brekken – recreatie eiland Marchjepolder Tjeukemeer 28 km
Opnieuw veel wind, maar wel droog vandaag. Die wind is meer dan welkom, want ik kan in ieder geval de helft zeilen. Als kind zeilde ik vrijwel elk weekend met de gezins zestienkwadraat ofwel vanaf Langweer een rondje Zwarte Brekken, ofwel een rondje Sneekermeer en een enkele keer helemaal naar het Tjeukemeer. Vandaag ga ik dat combineren. Ik vaar over de Langweerdervaart, via de Brekken (andere Brekken dan de Zwarte Brekken), Jentjemeer en Langstaarterpoel naar de Goingarijpster poelen. Daar zie ik de kleine Sneekweek aan de gang, ook de O-jollen. Raar om Onno, Sijbrand, Luut en al die anderen bezig te zien en niet (meer) mee te doen. Het is wat het is met die prikkelgevoeligheid. Ik vaar gauw door, want ik heb mezelf vooraf beloofd om vier dagen into the wild te gaan met eigen voorraden met één uitzondering. Ik tracteer mezelf op een lunch bij zeilcafé Rufus.
Daarna is het recht tegen wind in over de Langweerderwielen. Het is dan ongeveer windkracht zes, dat belooft straks op het Tjeukemeer met haar overgangen van diep naar ondiep. Wanneer ik daar later in de middag ben is de wind gezakt naar een vriendelijk windkracht 3 tot 4 en kan ik het laatste stukje ook weer zeilen. Het is dankzij de harde wind van vandaag behoorlijk rustig op de Marchjepolder. Bijna geen polyvalken en alleen wat grotere motor en zeiljachten. Op mijn deel van het eiland ben ik lang zelfs het enige tentje. Het is prachtig weer, er zijn hier prettig genoeg geen storende insecten.
Met veel plezier zie ik hoe een onervaren stelletje met een oude Flying Junior onhandig aan de kant komt (lagerwal met het grootzeil omhoog) en een complete splinternieuwe inventaris aan kampeerspullen van de Decathlon naast mij opbouwt. Je hoeft geen grootkapitalist te zijn om van de Friese meren te genieten.
Zaterdag 31 mei recreatie eiland Marchjepolder Tjeukemeer – recreatie-eiland Grote Gaastmeer 38km
Prachtig weer en ik heb geen haast. Ik kom altijd graag op dit eiland. Ik neem nog meer dan de andere dagen alle tijd om mijn melkpoeder, Brinta & noten/vruchten mix tot een stevige ontbijt-pap te maken. De tent is snel lekker droog. Het is warm, zonnig en er is weinig wind. Voor ik weg ben word ik aangesproken door een stel dat elk weekend vanuit Arnhem naar de boot in Woudsend komt. Als kajakker ben je toch een soort rariteit in Friesland. En dan te bedenken dat zij daar op het strandje ingewikkelde yoga oefeningen staan te doen.
Eenmaal in de boot peddel ik over de Grote Brekken (weer een Brekken) richting Lemmer. Onderweg heb ik een soort competitie met een zeiljacht. Zij zijn snel, maar moeten kruisen. Ik ben niet heel snel, maar kan wel recht tegen wind in peddelen. Ik kom hen wel tien keer tegen. Ik sla af naar de Lange Sloot en lunch met Sultana’s op een Marrekrite eilandje. Omdat ik op de kaart op de website van de Marrekrite een kampeerplek aan het Slotermeer heb gevonden, heb ik bepaald geen haast. Ik maak een ommetje naar natuurgebied Sondeler Leien, waarvan niet helemaal duidelijk is of je er wel of niet mag varen. Het is er in ieder geval prachtig, doodstil, behalve dan de vele vogels langs de kant. Schuldig voel ik me niet, want pal langs waar de vogels zitten loopt een druk gebruikt fietspad.
Niet veel later peddel ik dwars door het historische centrum van de stad Sloten. Sloten moet wel de enige stad in Nederland zijn met maar een paar honderd inwoners. Op het Slotermeer kan ik een stuk zeilen, hoewel de wind steeds verder afneemt. Om half vier ben ik bij de beoogde kampeerplek. Maar dan de teleurstelling. Kamperen verboden! Ik snap dat wel, want het kan hier helemaal niet. Maar wat nu. Ik trakteer eerst mezelf op het blikje gingerbeer en het stuk droge worst dat eigenlijk bedoeld is voor aan het eind van elke kajakdag. Er zit niets anders op dan nog twee uur door te varen. Ik wil niet naar het Konijneneiland, want daar stikt het van de knuten (en ik ben er al geweest). Dus door naar Gaastmeer. De wind valt ondertussen verder weg. Nu de knop om is in mijn hoofd vaar ik in een vlot tempo door. Eerst de drukte van Woudsend, dan de gekte met sloepjes, motorschepen en op de motor varende zeiljachten van de Woudsender rakken en tenslotte steeds meer rust op een intussen spiegelglad Heegermeer. Om kwart over zes ben ik bij het Grote Gaastmeer. Die naam getuigt van grootheidswaanzin, want dit plasje is nauwelijks groter dan ons plasje bij de kanovereniging. Nu, hoe moe ook, nog weer een hoge uitstap, boot op de kant hijsen, stoel en tafel opzetten, neerzijgen en bij uitzondering een tweede blikje gingerbeer en een tweede stuk droge worst. Dat heb ik wel verdiend na zeven uur en drie kwartier (inclusief pauzes, dat dan ook wel weer).
Ik loop na het opbouwen van mijn tentje een rondje over het eiland en zie een verbodsbord staan. Hier niet kamperen. Is kennelijk veranderd vergeleken met vorig jaar en staat alweer niet goed op de kaart van de Marrekrite. Jammer dan.
Later op de avond blijkt mijn tent pal naast de motorboot van een bevriende O-jol zeiler te staan. Friesland en de watersportwereld zijn, zo blijkt maar weer eens, klein. Leuk praatje over de bijna voltooide opknapbeurt van zijn O-jol (diepere kuip vanwege zijn artrose, we worden allemaal ouder), maar ook ongemak, omdat ik misschien wel niet meer kan/ga mee doen in de O-jol.
Opnieuw een prachtige avond hier in Friesland. Ik slaap met open deuren. Niet veel zuidelijker krijgt mijn gezin op het zelfde moment in Zeewolde enorme stortbuien van een onweersfront over zich heen.
Zondag 1 juni recreatie-eiland Grote Gaastmeer - openbare trailerhelling noordzijde Heegermeer 8km
De laatste dag. Voel me weemoedig. Het is een vrijwel perfecte kajakvakantie. Ik heb precies genoeg water bij me; na het ontbijt en de kan thee is er nog net genoeg water voor een kopje om mijn tanden te poetsen. O-jol zeiler Pier Thomas maakt nog een paar foto’s wanneer ik in de boot zit, ik maak nog een rondje op het plasje ten noorden van het eiland, hijs het zeil en surf onder zeil met een windje vier, toenemend naar vijf, naar mijn startpunt. Het is het laatste cadeautje van deze week.
Drie keer overdragen 30 kilometer in 5 uur Frank, Jos, tekst: Sophie Vaarleider: Jaap '
Denkend aan Holland zie ik breede rivieren traag door oneindig laagland gaan...'
Jos dicht een paar maal de eerste zin van dit gedicht. Het landschap waarin wij varen doet hem denken aan Marsmans Holland.
Het was een moeizaam begin van de dag. Terwijl een ijsvogel in grote baan om het clubgebouw vliegt en kauwtjes iets eten wat blijkbaar op het pad ligt, redderen de mannen: De sleutel van de trailer blijkt onvindbaar en de reserve trailer dient ter plekke, middels improvisatie, gerepareerd te worden.
Op onaangetaste waterwegen wanen wij ons geheel alleen, elders wordt naar ons getoeterd en gezwaaid. Ook tijdens onze wandeling door het romantisch Schoonhoven, met de kano's op karretjes, trekken we bekijks. Het steigertje waarlangs wij weer te water gaan is in gebruik genomen als terras. Duidelijk varen wij waar weinig gevaren wordt. Toch zijn de aanlegplaatsen onderweg in goede staat. In Haastrecht te water, Vlist, Grote Kerkvliet, Achterkade, aan de Lansing pauze bij een tot appartementen omgevormde watertoren. Zwanen vliegen over ons heen, flitsen van opspringende vissen, futen met gestreepte kinderen op de rug. Jaap en Frank zien een slangetje zwemmen, met een bruin kopje. Wilgen katjes landen zacht op het water en lammetjes drinken bruusk bij moeder in de luwte van appelbomen. We varen onder een water-viaduct door. Het lekt een beetje, daaronder. En dan varen we ineens dood op een huis dat midden in het water is gezet, heel vreemd. "Ben je blond !?", roept Frank, dat is het gemaal ! Vanuit dit twinkelend landschap over naar de ruigte van de Lek met zware boten en boeggolf. Het is een zonnige en, in eerste instantie, windstille dag. Het stille water in de polders voelde dik. Het water in de Lek daarentegen leeft. We surfen op de golven van het vrachtverkeer. Terug via Schoonhoven en het andere deel van de Vlist. Waarover ik al sprak.
Sophie
Denkend aan Holland zie ik breede rivieren traag door oneindig laagland gaan, rijen ondenkbaar ijle populieren als hooge pluimen aan den einder staan, en in de geweldige ruimte verzonken de boerderijen verspreid door het land, boomgroepen, dorpen, geknotte torens, kerken en olmen in een grootsch verband, de lucht hangt er laag en de zon wordt er langzaam in grijze veelkleurige dampen gesmoord, en in alle gewesten wordt de stem van het water met zijn eeuwige rampen gevreesd en gehoord.
Hendrik Marsman
Verslag (korte tocht) door Anita Opdam
De weersvoorspellingen waren niet al te best voor zondag maar gelukkig klopte er weer helemaal niets van. Met een heerlijk zonnetje wel een beetje wind en geen spatje regen was het een topdag om te varen.
Rond kwart over 10 lagen we in het water en vertrokken we als één groep om later op te splitsen in twee groepen: 10 voor de lange tocht en slechts 3 voor de ‘korte’ tocht. We kwamen nagenoeg tegelijk aan dus de vraag is of we heel sloom hebben gevaren, te lang gepauzeerd of dat de tocht toch langer was. Maar goed dat maakt mij allemaal niets uit want het was prachtig. Dit laagveenmoeras is echt een vogelparadijs.
We meanderden door het nu nog lage riet en hebben wel drie keer de purperreiger gezien. Wat een elegantie en zo mooi van kleur. Ook zagen we een ooievaar en nog vele andere vogels. Vorig jaar broedde er zeearenden dus ik bleef turen of ik ergens de ‘vliegende deur’ zou zien. Die hebben we niet gespot maar dus alle reden om terug te komen met de kano of als wandelaar.
We hebben twee keer gepauzeerd op een eilandje net uit de wind. Er wordt overal gewerkt aan de kades en drijvende toiletvoorzieningen. Zomers zal het hier heel druk zijn maar vandaag was het echt rustig op het water!
Het was weer een heerlijke offline dag midden in de natuur; een soort mini vakantie. Dank aan de organisatie en de vaarleiders!
Verslag 22 km variant door Victor van Horssen
Zondag 13 april gingen 13 mensen op pad voor een tocht over de Nieuwkoopse plassen. Na de gebruikelijke schermutselingen voor de zetelverdeling gingen alle auto's via een eigen route op weg naar het startpunt. De auto met trailer identificeerde zich aan het einde even als fietser, maar kwam, na tot inkeer gekomen te zijn, iets na de andere auto's op de vertreklocatie aan.
Nuttig weetje: Natuurmonumenten heeft op deze locatie, Werkschuur de Kievit bij de Woerdense Verlaat, een openbaar en voor iedereen toegankelijk toilet en douche.De vaarleiders Jaap en Jan Cees hadden 2 routes voorbereid, van respectievelijk 22 en 16 km. Ook mensen die niet zo ver wilden varen, of die nog niet zo lang varen, konden zo een relaxte dag hebben. Jan Cees voer met 2 dames de kortere route, de andere 10 deden de langere route.
Het weer werkte mee. Het was droog en doordat we beschut voeren merkten we amper iets van de wind, ongeveer windkracht 3.Het gebied is prachtig, we voeren slingerend door het groen. Onderweg zagen we midden in het gras op de kant een zonnepaneel. Birgit legde uit dat het diende om te helpen het veen nat te houden. Wat wij Nederlanders al niet bedenken.
Tijdens de koffiepauze ging een zak met heerlijke stroopwafels rond. Een uitdaging om voor een stroopwafel over een houten stam over het water te lopen werd echter niet aangegaan.
Marian had niet alleen aandacht voor de mooie omgeving maar ook voor enkele medevaarders, die misschien te ver in een gesprek opgingen en die omgeving mogelijk misten. Gelukkig bleek dat ze naast het gesprek ook oog hadden voor de mooi meanderende Meije.
De favoriete lunchplaats van Jaap hebben we overgeslagen om niet te lang na de andere groep terug te zijn. Mocht je een volgende keer mee gaan dan kun je hem daarnaar vragen.
De terugweg ging over de Zuideinder- en Noordeinderplas. De wind was inmiddels vrijwel gaan liggen waardoor het een ontspannen stuk was.
Beide groepen kwamen op bijna hetzelfde moment terug, dus de timing was goed. Snel en efficiënt werden alle boten opgeladen en voor we het wisten waren we op de terugweg.
Als je van stilte, groen en kronkelend water houdt dan zijn de Nieuwkoopse Plassen een absolute aanrader. We hebben volop genoten. En met 2 tochten van verschillende lengtes was de dag geschikt voor zowel beginnende kanovaarders als meer ervaren vaarders.
We zijn onze vrijwilligers Jaap en Jan Cees dankbaar voor het uitzetten en begeleiden van deze 2 tochten!
Onderweg hebben we natuurlijk volop dieren gezien. Zoals eenden met nog piepkleine kuikentjes, reigers, fazanten enzovoort enzovoort.
Hieronder enkele foto's voor een impressie.
Het kaartje is van de tocht van 22 km.
De vakgroep Beweging organiseert weer een Watersportweek voor de cliënten van de Prinsenstichting van 12 mei - 16 mei 2025. Ze kunnen dit alleen maar doen, dankzij de hulp van vele vrijwilligers.
Ze zoeken mensen die met de cliënten willen varen in een 2 persoons-kajak of Canadese kano. Er wordt ook gevaren met SUP-planken. In de haven of bij de instapsteiger verleen je hand- en spandiensten bij het in- en uitstappen.
Voor meer info:
Twee weken geleden zijn Arie, Dirk en ik met de NZKV van Roptazijl naar Vlieland gevaren. Op zaterdag heen, en maandag terug. Op zondag was er ook nog gelegenheid om 'even' op en neer naar Terschelling te kajakken, om een appelpunt te kunnen eten bij De Walvis.
Vooral tijdens de overtocht naar Terschelling hadden we op de zandbank met de naam Engelschhoek te maken met leuke golven. Maar op de weg terug naar het vasteland was het bijna windstil. Dat gaf tochtleider Govert Plugge de gelegenheid om deze prachtige foto te maken van Dirk en mij op het Wad. Waar ergens in Nederland kun je nog zulke leegte ervaren?
Saskia
Vanaf 9 mei starten we elke vrijdagavond van 18:00 tot 19:30 uur met jeugdtrainingen. We geven een cursus voor schoolsport en benaderen oud-deelnemers. Ook gaan we volop promoten via socials, het lokale suffertje en natuurlijk mond tot mond reclame.
Flyers liggen fysiek op de club, neem gerust wat mee en hang ze op waar je maar kunt! Digitaal ook verkrijgbaar via de links hier beneden.
Kun je helpen met trainen, promotie of organisatie (af en toe mag ook)? Laat het dan de Polocommissie weten. Alle hulp is van harte welkom.
Vanaf 16 april gaan de introductiecursussen weer van start. Dit jaar met een primeur; er is voor het eerst een cursusgroep overdag, namelijk op de woensdagmiddag. Een tweede groep is op de donderdagavond gepland. In totaal starten we met 16 deelnemers. Natuurlijk staat er ook een tocht in het weekend op het programma, en wel op 14 of 15 juni.
Zoals bekend, worden de boten voor de deelnemers met voorrang gereserveerd door de commissie Introductie. Uiteraard zal alles in de agenda op de bar worden vermeld.
Wij wensen alle deelnemers en instructeurs een leuke en leerzame cursus toe!